Jonge voetballertjes van ZAC ruimen rotzooi op bij de IJssel

Dertig jeugdspelers van ZAC hebben zaterdag zwerfafval opgeruimd langs de IJssel in Zwolle-Zuid. De voetballers werden op het Beekmanpad opgewacht door IJsselkenner Wim Eikelboom. Voor de jongens aan de slag gingen vertelde Eikelboom ze over de rivier, de uiterwaarden en de dieren die er leven. 

Eikelboom had een bijzondere verrassing voor de voetballertjes. In de uiterwaarden ligt het beschermde natuurgebied Oldeneel. Normaal verboden terrein, maar de boswachter van Staatsbosbeheer gaf Eikelboom toestemming om er zwerfafval op te ruimen met ZAC. In het natuurgebied ging de schoonmaakploeg voortvarend aan de slag. Veel afval lag er echter niet. Door goed te zoeken tussen de stenen op kribben langs de IJssel werden de meegebrachte vuilniszakken aardig gevuld. 

In een oud ooibos was de oogst groter. “Door de overstroming deze zomer is het bos onder water komen te staan. In de bomen en struiken blijft dan veel plastic hangen,” vertelt Eikelboom. De grootste vondst was een kunsstof cementkuip in de rivierklei. Met vereende krachten trokken de voetballertjes de kuip uit de grond en namen glunderend de complimenten van Eikelboom in ontvangst. “Zoiets hoort absoluut niet thuis in een natuurgebied”. 

Dat niet alleen afval stevig vast kan zitten in de klei bleek toen één van de voetballertjes er in weg zakte. Zijn laarzen zaten muurvast en met hulp van Eikelboom kon hij weer loskomen. Na anderhalf uur opruimen keerde de groep weer terug richting Sportpark Jo van Marle. Het gevonden zwerfafval wordt daar komende week opgehaald door de ROVA. 

De voetballertjes kunnen terugkijken op een leuke, leerzame middag. Dankzij hen is het natuurgebied weer een stuk schoner. Hiermee voorkomen ze dat plastic uiteindelijk in zee terecht komt. De plastic soup in de oceanen wordt grotendeels aangevoerd door rivieren. Roel Broeksma, bestuurslid van ZAC, is trots op zijn jonge leden. “Voor ZAC is duurzaamheid een belangrijk aandachtspunt. Daarom willen we hier graag ons steentje aan bijdragen.”

Foto’s: Peter Denekamp